Stierenvechten, flamenco, siësta, tapas, paella en sangría. Wie kent ze niet. Sla een reisgids open over Spanje en het eerste waar men het dan over heeft is hoe lekker de paella is, de sangría smaakt en hoe geweldig de tapas zijn. Klopt het beeld wat men van Spanje heeft? Ok, het klopt, in Spanje wordt nog steeds (ondanks steeds meer groeiende protesten) met stieren gevochten en ok, de flamenco is een typische Spaanse dans. Wie geniet er tijdens een bezoek aan Spanje nu niet van paella, sangría en de heerlijke tapas. De meeste bezoekers hebben er uiteraard van gehoord maar wat het allemaal precies is weet men vaak niet. Bij deze, een korte uitleg.
Flamenco
Iedereen denkt bij flamenco meteen aan de dames met kleurige jurken die serieus en passievol een dans laten zien. Flamenco is echter naast de typische dans ook een muziekgenre met name afkomstig uit het zuiden van Spanje. Kenmerkend voor deze muziekvorm zijn de soms Arabisch aandoende klanken en het sterke ritme van de gitaarmuziek. In de meest basale uitvoering wordt de “cante” (de flamencozang) vaak met een ritmisch geklop begeleid door te kloppen op tafels, te tikken met een stok, door het knippen van de vingers of, de meest bekende, door te klappen met de handen. De andere vorm van begeleiding is door een Spaanse gitaar en een cajón, een soort van klankkast. De flamencozang kan (maar hoeft niet) worden begeleidt door de baile flamenco, een expressief-ingetogen flamenco dansstijl die zich kenmerkt door de krachtige gratie en ingewikkelde hand- en voetbewegingen. Ondanks het feit dat de flamenco gezien kan worden als typisch Spaans, is er nog veel onbekend over de oorsprong van de muziek-en dansstijl over het algemeen wordt aangenomen dat de Spaanse flamenco is ontstaan gedurende de tweede helft van de 19e eeuw in de regio Andalucía. Echter, de geschiedenis van het Iberisch Schiereiland speelt een belangrijke rol. De Moren hebben een grote stempel gedrukt op de Spaanse samenleving en nadat deze verdreven werden door de Christenen kwamen de zigeuners – in het Spaans Gitanos – vanuit Egypte en Noord Afrika naar het Iberisch Schiereiland. Dit volk had een uitgebreide traditie van muziek en dans wat vergeleken kan worden met de hedendaagse flamenco. Hoe het ook zij,de flamencomuziek en dans is typisch Spaans te noemen.
Stierenvechten
Helaas, het stierenvechten hoort bij de Spaanse cultuur. Of men het nu eens is met de traditie of niet, het stierenvechten is voor Spanje nog steeds erg belangrijk, niet alleen vanwege het culturele erfgoed maar ook vanwege de economie. De “corrida” of “toreo” is niet alleen in Spanje bekend maar ook in landen als Portugal, Frankrijk en Latijns Amerika waar, in tegenstelling tot Spanje, de stieren het gevecht meestal overleven. Het stierenvechten is simpel gezegd een gevecht tussen één of meerdere mannen en één of meerdere stieren. Er kom echter veel meer bij kijken en in Spanje wordt het stierenvechten niet gezien als sport maar als een artistieke uitvoering waarbij de menselijke superioriteit over het dier en de dood wordt getoond aan het vaak uitzinnige publiek. Van oudsher werden de corridas gehouden op dorpspleinen maar later werden er eerste houten en daarna stenen arena’s gebouwd. Volgens de geschiedenis staat de oudste arena in Béjar, een dorpje in de provincie Salamanca. Later volgde de arena van Huelva en de bekende arena van Ronda, gebouwd op de funderingen van een Romeins theater. De arena in Ronda werd in 1804 in gebruik genomen. Zoals eerder al vermeld wordt er sinds 2010 zwaar gediscussieerd in Spanje over het wel of niet toelaten van stierenvechten. In dat jaar verbood de regionale regering van Catalunya het stierenvechten in de deelstaat vanaf 1 januari 2012 met als gevolg dat ook andere deelstaten over dat idee nadachten terwijl andere deelstaten zoals Valencia en Madrid meteen wetten aannamen die het stierenvechten als een cultuurgoed zien. Door veel buitenlanders wordt het stierenvechten als wreed gezien en begrijpt men niet dat dit in een modern land als Spanje nog wordt toegestaan. Het probleem is echter dat het stierenvechten als een traditie wordt gezien en het moeilijk is om dat uit de samenleving weg te halen. Daarnaast zorgt de wereld van de toros voor miljoenen aan inkomsten. Niet alleen de stierenvechters worden gezien als idolen en sterren maar de wereld van het fokken van goede stieren is een miljoenen business.
Siësta
Geweldig toch, even een uurtje slapen tussen de middag. De siësta wordt door veel Spanjaarden nog steeds als belangrijk gezien terwijl er uiteraard ook inwoners van Spanje zijn die de siësta liever zouden zien verdwijnen. Een siësta wordt door Wikipedia omschreven als een middagdutje, meestal na de lunch wanneer de zon het warmst is. De siësta is echter in de praktijk ook de naam die men geeft aan het niet actief zijn tussen 14.00 en 17.00 uur ’s-Middags. Wie kent het niet, je bent in een stad of dorp en alles is gesloten: winkels, musea, bibliotheken… dat is ook de siësta, de traditie in veel warme landen zoals Spanje. Het feit van even 40 minuten je ogen sluiten en een dutje doen,daarvan is wetenschappelijk bewezen dat dit gezond is maar het feit dat winkels, kantoren en musea gesloten zijn drie uur lang tussen de middag krijgt steeds meer weerstand.
Sangría
Het woord sangría is afgeleid van het woord sangre, wat bloed betekent, dit met name vanwege de kleur. Sangría is een licht alcoholische drank bestaande uit enkele standaard elementen zoals rode wijn, koolzuurhoudend mineraalwater of Fanta naranja/limon, suiker,vruchten zoals sinaasappel, citroen, appel of perzik en eventueel likeur of brandewijn. In sommige streken van Spanje, zoals Catalunya, maakt men tevens een sangría van mousserende cava in plaats van rode wijn. Traditiegetrouw wordt de sangría geserveerd in een karaf met daarin ijsblokjes om de drank koel te houden en een houten lepel om zo de vruchten die erin zitten van de bodem te halen. Overigens worden de vruchten er meestal voor de toeristen ingedaan aangezien de Spanjaarden zelf daar niet zo gek op zijn. De oorsprong van de sangría is niet helemaal bekend maar algemeen gaat men ervanuit dat de sangría bedacht is ergens in de 18e eeuw door, en dat is de verrassing, door Britten die een drank genaamd sangaree bedachten in de Britse kolonies in de Amerika. Sinds 1850 werd de drank meegebracht naar Spanje en sindsdien groeide deze uit tot wat het nu is. Een andere versie zegt dat bij de maaltijden tussen de middag veelal wijn werd gedronken en om deze voor de kinderen minder sterk te maken werd er gaseosa bijgedaan. Later wilde men de drank voor volwassenen weer sterker maken en werd er likeur of brandewijn bijgedaan. Hoe het ook zij, sangría wordt veel gedronken in Spanje en is zeker bij de toeristen een populaire drank.
Paella
Paella wordt uitgesproken als pa-elja want een dubbele l wordt uitgesproken als lj. Paella is een rijstschotel die zijn specifieke smaak krijgt dor de speciale manier van koken. De rijst wordt namelijk gekookt in bouillon en terwijl men de rijst kookt in een grote paella pan, worden de overige ingrediënten erbij gedaan. Ondanks het feit dat paella bekend staat als die typische geelkleurige Spaanse rijst met vis, is de oorspronkelijke paella er een van kip en konijn. De bakermat van de paella is de regio Valencia waar sinds de 8e eeuw de typische paella-rijst, een korte dikke korrel met een groot absorberend vermogen, verbouwd. Hier ontstond dan ook de Paella Valenciana met als ingrediënten de lokaal aanwezige producten als konijn, kip en eventueel slakken. Aan de kust werd echter een andere paella gemaakt de Paella de Marisco of Paella Marinera, de bekende paella met vis en schaaldieren. Daarnaast bestaan er ook nog Paella Mixtas van vlees en vis en vegetarische paella’s met artisjokken die het vlees vervangen. De naam paella heeft het gerecht te danken aan de pan waarin het bereidt wordt. Het woord paella is afgeleid van patella wat in het Catalaans/Valenciaans pan betekend. Door de jaren heen werd het woord paella in Spanje synoniem voor arroz valenciano zoals het gerecht voorheen heette. Een andere oorsprong is tevens de vinden in een geromantiseerde versie waarbij er een gebruik was dat de mannen een keer per jaar voor de vrouwen van het dorp kookten door een rijstgerecht te maken en dit aan te vullen met de etensresten van andere dagen. Paella zou dan afgeleid worden van para-ella, voor haar in het Spaans. Naast rijst, kip, konijn, vis, schaaldieren, groenten en bouillon is een belangrijk element van de paella het saffraan. Het zijn deze dure kruiden die ervoor zorgen dat de paella de typische gele kleur en smaak krijgt.
Tapas
De tapas staan in Spanje voor een aperitiefhapje in een bar, een hapje om de eetlust op te wekken. In de meeste bars in Spanje kun je tapas krijgen die dan worden genuttigd bij een alcoholhoudende drank zoals bier, wijn of sherry. In de meeste gevallen dient men voor een tapa te betalen maar van oorsprong werd dit hapje gratis weggeven bij een drankje, iets wat in bijvoorbeeld Andalucía nog steeds gebeurd. De oorsprong van de tapa is nogal omstreden en niet helemaal bekend maar algemeen wordt aangenomen dat het woord is afgeleid van het Spaanse werkwoord tapar wordt zoveel betekend als afdekken of bedekken. Tapa betekend dan ook letterlijk deksel. Op basis van deze betekenis wordt verondersteld dat de tapas zijn ontstaan uit de gewoonte om een drankje letterlijk met een stuk brood of een plak ham af te dekken om te voorkomen dat er vliegen in het glas zouden komen. Ondanks het feit dat de tapa eigenlijk bedoelt is als een hapje om de eetlust op te wekken alvorens men aan een hoofdmaaltijd begint, zijn de tapas tegenwoordig veel meer dan alleen een aperitiefhapje. Zo maken bekende koks als Ferran Adría complete kunstwerken en zijn er duizenden varianten mogelijk. Het is ook vaak heel gewoon om in de weekenden een tapeo of tapas route te houden met vrienden. Hierbij gaat men langs diverse bars om daar tapas te nuttigen en zo een complete maaltijd te genieten. Dit wordt ook wel picar of picoteo genoemd. Er is een grote variëteit in tapas en deze zijn met name afhankelijk van de regio waar men deze nuttigt. Er zijn geen regels wat betreft de grootte van een tapa of de wijze waarop deze geserveerd dient te worden. Daarnaast kunnen tapas koud en warm geserveerd worden met of zonder brood. In regio’s in het noorden van Spanje, met name Asturias, Cantabria, La Rioja, Navarra en zeker in Baskenland worden tapas pinchos genoemd. Pinchos zijn meestal stukjes brood met daarop een tapa verwerkt die op de meeste plaatsen voor een vaste prijs verkocht worden. De pinchos zijn inmiddels ook populair in andere Spaanse steden zoals in Barcelona waar je een veelvoud aan pinchoszaken vind. De variëteit aan tapas is in Spanje zo groot dat we er onmogelijk een opsomming van kunnen maken. Enkele populaire tapas zijn jamon serrano, albondigas, patatas bravas, gemarineerde ansjovis, chorizo al vino, calamares, amandelen, pimientos de Padrón, etc. Het beste is gewoon om een Spaanse tapasbar binnen te lopen en te genieten van al het heerlijks.
Tortilla española
De tortilla española of tortilla de patatas is een typisch Spaans gerecht wat tevens als eerdergenoemde tapa gegeten kan worden. De tortilla de patatas is een dikke omelet van ei, aardappels en olijfolie. Regelmatig wordt er ui of knoflook toegevoegd en in enkele regio’s zoals Catalunya ook spinazie of aubergine of in Baskenland en Cantabria kabeljauw of tonijn. De Spaanse tortilla kan zowel koud alsook warm gegeten worden en tevens geserveerd worden in punten als een tapa, met of zonder brood en daarnaast ook op een baguette met tomaat of in blokjes geserveerd als een snack. De Spaanse tortilla moet niet verward worden met de Mexicaanse tortilla, een pannenkoek va maismeel, en de tortilla francesa, een gewone omelet. Ondanks het feit dat de tortilla als een typische Spaanse maaltijd gezien wordt is het niet helemaal zeker waar de oorsprong ligt. Over het algemeen gaat men er vanuit dat de tortilla de patata bedacht is tijdens de Spaanse overheersing in Amerika in de 16e eeuw. De reden hiervoor is eigenlijk heel simpel aangezien de aardappels, de papas, naar Europa werden gebracht door de Spaanse ontdekkingsreizigers. De toevoeging van aardappels aan geklutste eieren wordt gezien als een toevoeging om het ei gerecht zwaarder te maken, met name voor de militairen in die tijd.
Gewoontes die men zichzelf snel aanleert of (niet) moet aanleren als je in Spanje woont of lang verblijft.
Helaas blijven veel mensen hun gewoontes en cultuur stug volhouden, op zich niets mis mee maar aanpassen aan Spanje en de Spanjaarden gaat verder dan alleen maar het leren van de Spaanse taal, het eten van tapas (vaak op het verkeerde tijdstip), het drinken van (te veel) sangría (ook vaak op de verkeerde manier) en het luisteren naar de Gipsy Kings (zijn Fransen en geen Spanjaarden).
Er zijn echter Spaanse gewoontes die makkelijker te volgen zijn en enkele die wat moeilijker zijn om je aan te houden als je in Spanje verblijft.
Kinderen zijn alles
Als er kinderen bij een groepje Spanjaarden zijn, al helemaal als deze erg jong zijn, dan smelten de Spanjaarden weg en hebben ze alleen nog maar oog voor het kind of kinderen. Of dat nou is bij de familie thuis, in de bar, restaurant of op straat, kinderen zijn de focus van alle aandacht. Op zich niets mis mee natuurlijk maar zoveel knijpen in de wangen, in de armen houden en “kuchi kuchi” zeggen kan niet goed zijn voor een baby of kind. Er zijn daarnaast ook veel Spaanse gezinnen waar maar één kind is en die wordt dan extra verwend.
Het kussen van iedereen
Ok, Nederlanders kussen ook drie keer op de wang maar niet bij iedereen en al helemaal niet als je die personen niet kent.
Er is hier zelfs een Nederlands restaurant,tres besos,hetgeen drie zoenen betekent.
In Spanje wordt er wat op los gekust en in plaats van handen schudden worden er meer wangkussen uitgedeeld dan in Nederland. Het zijn er dan niet drie zoals in Nederland maar twee, een rechts en uiteraard een links. Ook mannen zoals vader en zoon kussen elkaar regelmatig. Daarnaast gaat het kussen al snel over naar zoenen als het om jonge stelletjes gaat.
Laat eten
Alles begint hier in Spanje wat later dan wij gewend zijn.
Ontbijten doet men later, het middageten is pas rond 14:30 of 15:00 uur en het avondeten begint wanneer we in Nederland alweer bijna naar bed gaan, tussen 21:00 en 22:00 uur. Dat geldt ook als je in de avond uit eten gaat. Kom niet om 18:00 uur een Spaans restaurant binnen want dan is de keuken nog niet open en kun je niet eten. Ook hier begint men pas laat met het diner wat door kan gaan tot wel 1:00 uur in de morgen. Het laat eten is een van die dingen waar veel Nederlanders moeilijk aan kunnen wennen.
Laat slapen
Spanjaarden gaan, mede vanwege het later eten, ook later naar bed. Alles is daar in principe op ingesteld, van het avondeten tot de programmering op de Spaanse televisie waar het journaal pas om 21:00 uur begint en eindigt om 22:00 uur waarna een programma volgt en dan pas een film die pas om 2:00 uur ’s-Nachts eindigt. Volwassenen gaan laat naar bed maar kinderen ook, het is niet ongewoon om tussen 23:00 en 01:00 uur nog kinderen buiten te zien spelen, niet alleen in de weekenden en zomervakantie maar ook tijdens de weekdagen en tijdens de schoolperiode. De volgende dag staat men echter wel weer vroeg op om aan het dagelijkse ritme te beginnen, iets wat vroeger in stand werd gehouden door de volgende gewoonte…,de siësta.
Siësta en sluitingstijden
Iedereen denkt bij siësta aan slapen en dat is vaak ook zo maar al lang niet meer van deze tijd. Ondanks het feit dat niet alle Spanjaarden meer in de siësta-cultuur willen of kunnen leven, is de siësta nog steeds een Spaanse gewoonte. Ruim genomen kan men zeggen dat tussen 14:30 uur en 16:30 of 15:00 en 17:00 uur het werkzame leven stilstaat in Spanje. Winkels zijn dicht, musea sluiten hun deuren, je kunt vaak die uren gratis parkeren, restaurants doen goede zaken, kantoren en gemeentehuizen sluiten en men ligt thuis op de bank met de ogen dicht of in bed te slapen. Het is echter als bezoeker en buitenlander die zich niet aan deze gewoontes houdt erg lastig als je iets nodig hebt, wilt kopen of iets officieels moet regelen. In de grote steden zie je steeds minder dat er aan de siësta gedaan wordt en ook op veel kantoren werkt men gewoon door. Het is als Nederlander wel een van de gewoontes die het snelst wordt aangeleerd, het houden van een siësta, zeker als het warm is.
Wij eten dan ook regelmatig de hoofdmaaltijd tijdens de siësta.
Regen is niets doen
Zoals bekend is het op veel plaatsen in Spanjevaak wel lekker weer met een onbewolkte hemel en blauwe lucht.
In die gebieden waar weinig regen valt is dat moment dat er wél regen valt cruciaal. Er wordt dan niets gedaan want het regent. Dat geldt dan vooral voor die regio’s in zuid Spanje, langs de middellandse zee en op de Balearen en Canarische eilanden waar het minder regent dan in het midden van Spanje en langs de Atlantische Oceaan. Nou wordt dat niets doen als het regent steeds minder maar leven met de nattigheid zoals wij dat in Nederland en België doen is er op veel plaatsen in Spanje niet bij. Komt een Spanjaard in Nederland en zien ze iemand op de fiets met een paraplu in de regen (of sneeuw) rijden, dan kunnen ze hun ogen niet geloven. Dat zul je in Spanje namelijk niet zo snel zien.
Op bezoek bij iemand thuis
In Nederland spreek je af om met vrienden bij iemand thuis te komen, iets wat in Spanje niet zo snel zal gebeuren. Hier spreekt men af op straat, op een plein, op een terras of in een bar. De woningen worden in Spanje minder snel geopend voor anderen dan in Nederland en een etentje thuis organiseren doet men niet zo snel, dan gaat een Spanjaard liever naar een restaurant of strandtent (Chiringuito) in de zomer. Komen Spanjaarden wel bij je over de vloer dan moet je ook het hele huis laten zien of wordt jou het hele huis geshowd als jij diegene bent die op bezoek gaat, vreemd genoeg is men dan wel trots op de woning.
Vloeken
Spanjaarden vloeken graag en veel of gebruiken zoveel mogelijk smerige woorden. Dat doen jongeren onder elkaar, volwassen mensen onder elkaar, ouderen onder elkaar en ook op de televisie hoor je vaak niets anders. Als je daarnaast bedenkt dat de Spanjaarden graag en veel hard praten waarbij het ze niets uitmaakt of anderen de hele conversatie kunnen volgenen, dan is het gebruik daarbij van scheldwoorden of uitdrukkingen extra opvallend.
Hard praten mag
Zoals hierboven al omschreven, Spanjaarden houden van hard praten, of dat nu in persoon is of via de mobiele telefoon. Iedereen mag alles horen en soms kun je hele gesprekken met alle intieme details volgen. Ook als Spanjaarden in een groep bij elkaar komen dan maken die 10 personen vaak meer herrie dan 50 Nederlanders bij elkaar. Dus, als je graag opgenomen wil worden in de Spaanse maatschappij, praat en schreeuw er maar op los, dan val je waarschijnlijk het minste op.
Fout parkeren en verkeersregels
Tja, parkeren met de knipperlichten aan, op straathoeken, op zebra’s, gehandicapten plaatsen of bus parkeerplaatsen is in Spanje helaas heel gewoon. Daarbij maakt het de gemiddelde Spanjaard ook helemaal niets uit of ze anderen lastig vallen daarmee en het overige verkeer hinderen. Hoe vaak komt het niet voor dat er meerdere auto’s moeten wachten omdat een iemand dubbel parkeert om even de krant te kopen of nog erger, een kopje koffie is gaan drinken. Als je daarnaast ook nog eens gaat letten op het autorijden en de verkeersregels zelf dan is het lastig voor ons als Nederlanders om zich aan te passen. Het nemen van rotondes, het afslaan zonder knipperlichten, het non-stop indrukken van het rempedaal of het fietsen zonder licht is vrij normaal in Spanje.
Dat gezegd hebbende is Spanje een heerlijk land om voor kortere of langere tijd te verblijven.
De Spanjaard is een levensgenieter,waar wij nog het nodige van kunnen leren en in de praktijk is “Mañana” vaak zo slecht nog niet.
Nog wat meer over de Spaanse maatschappij,de volksaard en de relatie met buitenlanders vind je o.a in onze Blog van vorig jaar.